Geschiedenis

Van dorpssmederij tot Eeltink Veertechniek BV
en waarom daar een Indian-motorfiets voor nodig was…

rijkstraatweg1896-1915 De bijzondere geschiedenis van Eeltink Veertechniek begint bij Andries Eeltink die in 1896 een dorpssmederij begon aan de Heemskerkse Rijksstraatweg. Hij maakte van alles: tuindersgereedschap, muurankers, hoefijzers, kachelpijpen. Daarnaast vond er in die tijd al veel transport plaats. Tuinders brachten hun spullen naar de markt met paard en wagen, hondenkar of handkar. Er was vrachtverkeer. De beter gesitueerden hadden hun luxe rijtuigen, waarmee ze zondag naar de kerk gingen. Kortom: over de Rijksstraatweg passeerde dag in dag uit een stroom potentiële klanten. In 1915 overlijdt Andries op 45jarige leeftijd en namen zonen Ber en Gerrit Eeltink de smederij over van hun vader. De veel jongere zonen Piet en Jan  werden aangesteld tot knecht.

2589593297_33040d7aa4_o1915-1962 Eigenlijk was er een ‘Indian motorfiets’ nodig voor het ontstaan van de verenfabriek. Bij Eeltink hadden ze er een, waar op een gegeven moment een veer van kapot ging. Een nieuwe kostte maar liefst zeventien gulden. Dat werd Ber Eeltink te gortig. Dan maakte hij er zelf wel een.

Geschiedenis_magazijnIndians en Harley’s hadden een verend frame. Die waren nogal eens aan een nieuw stel veren toe. Ook T-Fordjes waren goede verenvernielers omdat ze nog geen schokbrekers hadden. Verder waren de eerste vrachtauto’s vaak niet meer dan omgebouwde luxe auto’s. De vering van deze voertuigen was slecht, net als die van bussen en motoren met zijspan. Na de oorlog waren er veel veren nodig, onder meer voor de legertrucks die de geallieerde troepen hadden achtergelaten. Die konden uitstekend worden gebruikt voor bus- of vrachtvervoer. In 1947 investeerde de gebroeders Eeltink in een eigen, oliegestookte oven. Daardoor kon men de veren voortaan zelf produceren en kwam een eind aan de import van gehard verenstaal. Na het overlijden van Piet (1958) en Ber (1961) stapt ook Gerrit Eeltink uit het bedrijf. De jongste broer, Jan Eeltink (sr.), neemt in 1962 de leiding over “Gebroeders Eeltink Autoveren”, samen met zijn zoon André.

geschiedenis_oven1962-1978 De jaren ’70 brachten grote veranderingen in de transportbranche. Het bedrijfsoppervlak werd flink uitgebreid, waarbij de toegang van de Rijksstraatweg naar de Lijnbaan (de ‘achterkant’) werd verplaatst. Bladveren maakten ruimte voor luchtvering, paraboolvering en schokdempers. De eerste Conti-luchtveerbalg werd verkocht in 1978. Het verkoopcijfer kwam dat jaar niet boven de 100 uit, een aantal dat nu wekelijks soepel wordt gehaald. In deze tijd ontstond ook een nauwe samenwerking op technisch en commercieel gebied met Schomäcker Federnwerk, waar Eeltink al sinds de jaren ’50 een deel van zijn veren bestelt.

1978-2007 In 1993 werd nogmaals flink uitgebreid en geïnvesteerd in nieuwe machines en magazijn. In 1994 werd Eeltink officieel importeur van Schomäcker voor de Nederlandse vervangingsmarkt. In 1995 volgde het importeurschap van Continental-ContiTech. In 2001 werd de imposante rij afgesloten met die van KONI-BTT.

De naam “Gebroeders Eeltink Autoveren” dekte al lang niet meer de lading en werd omgedoopt tot “Eeltink Veertechniek”. Nog een magazijnhal werd bijgeplaatst en de kantoorruimte uitgebreid en gemoderniseerd. Inmiddels hadden Jan Eeltink (jr.) en Simon Heeremans het stokje overgenomen van Jan (sr.) en André Eeltink. Met veel aandacht voor acquisitie zette de succesvolle bedrijfsontwikkeling zich voort. Vanaf 2007 is Jan Eeltink enig en huidig directeur van Eeltink Veertechniek.

2007-heden Inmiddels zijn ook veel trailerbouwers, truckfabrikanten, truckimporteurs en voertuigaanpassingsbedrijven klant bij Eeltink en heeft de horizonverbreding naar Eeltink Railway BV een belangrijke bijdrage geleverd aan de groei van het bedrijf de laatste jaren. Eeltink blijft inspelen op nieuwe ontwikkelingen op de markt, zonder de specifieke kwaliteiten van het bedrijf, uit het verleden ontstaan, uit het oog te verliezen.

Eeltink, honderd-twintig jaar en nog  “spring” levend